ALGEMENE TIPS VOOR VRIJ SPEL MET DE STIPPEN


  1. Opsommingsteken    Bedenk voor iedere stip een grappig geluid, bijvoorbeeld een dierengeluid.

  2. Opsommingsteken    Spring nu van stip naar stip en maak hierbij de geluiden.

  3. Opsommingsteken    Bedenk voor iedere stip een actie, bijvoorbeeld in je handen klappen, een rondje

       draaien, de grond aanraken, springen. Leg zo je eigen verzonnen parcours af.

  1. Opsommingsteken    Bedenk manieren om van stip naar stip te gaan, bijvoorbeeld hinkelen linker of

  2. Opsommingsteken    rechter been, springen met twee benen tegelijk, achteruit lopen, op handen en

       voeten of met een radslag.

  1. Opsommingsteken    Neem krijt mee en verbind de stippen met elkaar tot een mooie tekening of weg.

  2. Opsommingsteken    Neem een bal mee en kijk of je van stip naar stip kunt overgooien of de bal naar

       de volgende stip kunt rollen. Niet doen vlakbij een weg!







IDEEËN VOOR SPELLEN MET DE BLAUWE STIPPEN




CIRKEL SINT GERTRUDISLAAN - Landjepik

Er wordt een cirkel op de grond getekend. Vanuit het middelpunt worden lijnen getrokken, zodat de cirkel verdeeld wordt in taartpunten, dit zijn de landen (1 land per persoon). In het midden wordt er een kleinere cirkel getrokken: Niemandsland.

Elke deelnemer zet een naam in zijn stuk land. Om de beurt mag je land veroveren. De veroveraar rent drie rondjes door alle landen heen en roept dan: ‘Stop!’ De anderen zijn tijdens

het rondrennen ‘gevlucht’ uit hun eigen land en stoppen op het moment dat er stop geroepen wordt. Vanuit zijn eigen land (ook veroverde stukken) en niemandsland mag de veroveraar proberen om de vluchters aan te raken. Dat kan bijvoorbeeld liggend op de grond, met één voet nog in het eigen land.

De veroveraar tekent een cirkel om de voeten van de aangeraakt vluchter heen en zet hierin de naam van zijn eigen land. De aangeraakte vluchter gaat weer in zijn eigen land in de cirkel staan.

Vervolgens geeft de veroveraar het commando lopen. De vluchters moeten proberen in hun eigen

land terecht te komen, zonder dat de veroveraar hen kan aantikken.

Als iedereen weer in zijn eigen land is, begint het spel weer van voren af aan met een andere

veroveraar. In je eigen landcirkels en stuk land kun je je niet getikt worden als vluchter.


Spelvariant met bal:

In plaats van aanraken moet je de bal door iemand benen rollen.

In plaats van 3 rondjes rennen gooi je de bal in de lucht en roept de naam van de veroveraar (‘Stand in het land en de bal is voor... NAAM’). Wie veroveraar is geweest kiest wie daarna aan de beurt is.


CIRKEL SINT GERTRUDISLAAN - Zakdoekje leggen

De spelers zitten in een kring. Een persoon loopt de kring rond met de zakdoek, terwijl de anderen

zingen: ‘Zakdoekje leggen, niemand zeggen ‘k heb de hele dag gewerkt twee paar schoenen heb ik afgewerkt één van stof en één van leer hier leg ik mijn zakdoekje neer...’

Hij laat deze zakdoek vallen achter een persoon. Deze persoon moet dan die eerste proberen te tikken voor die nog eens volledig rond de kring kan lopen. Lukt dat, dan is de volgende zakdoeklegger. Wordt hij getikt, dan moet hij in het midden van de kring gaan zitten, waar hij pas uit mag als de volgende in de kring moet komen zitten.


Extra:

Als iemand getikt wordt, wordt er traditioneel gezongen: ‘Vogeltje gij zijt gevangen, in een kotteke

zult gij hangen, gij blijft hier, gij blijft hier, lieve vogel, gij blijft hier’


HINKELSPEL VAN ENNETTENSTRAAT EN SINT GERLACHSTRAAT

Gooi een steentje / takje op de eerste tegel met stip. Hinkel in alle vakken, behalve in tegel 1 met de steen, daar spring je overheen. Bij het einde aangekomen hinkel je terug en spring je weer over de tegel met de steen. Als dit zonder fouten en vallen lukt, ga je verder naar vak 2, en gaat alles weer opnieuw, maar nu spring je over tegel 2. Als je de steen niet op de juiste tegel gooit, of als je tijdens het hinkelen buiten het vak komt, ben je af en is de volgende aan de beurt.